Memento mori


Het is alsof we de dood niet langer accepteren, stond als kop boven een interview met een filosoof die vraagtekens zet bij de ‘intelligente lockdown’.
De suggestie in die kop wekt mijn wrevel op. Ik besef dat de filosoof van dienst vragen stelt. Maar de impliciete vraag: hoeveel verlies willen we dragen voor hoeveel mensenlevens hoeven we niet te verstoppen achter zo’n bot cliché.
Trouwens de kale bewering dat mensen de dood niet meer zouden accepteren, vind ik intellectueel hautain.
Jazeker, de mensen verhouden zich ambivalent met de dood. Dat kan bijna niet anders zijn. Het leven is de ontkenning van de dood zodat we elke seconde van het bestaan rondcirkelen in een paradox. Een ongrijpbare paradox des te meer omdat we niet weten waartoe het leven dient. Wie zin geeft aan het bestaan, vindt niet a priori de zin van de dood. De dood roept eerder angst op van het einde ook al proberen we elkaar te troosten met het idee dat een begin een einde kent, dat de dood bij het leven hoort.
Een mens verwijten dat hij de dood niet accepteert, is onzinnig. Je kunt hoogstens met mededogen aanzien dat de mens vaak wegdenkt, wegvlucht van het eeuwige niets dat hij met zijn menselijke perspectief niet vatten kan.

In deze pandemie staat de dood op de hoek. Voor mij als oudere zeker. Misschien daarom zoek ik foto’s op van de dodendansen in La Chaise-Dieu.
Ik ben gefascineerd door deze dodendansen. Ze ontstonden in de veertiende eeuw, waarschijnlijk in Frankrijk. Hun opkomst heeft te maken met de heersende pestepidemieën maar vooral ook met veranderende geloofsopvattingen.
De dodendansen verschijnen in grote muurschilderingen met verzen en later in prenten, houtsneden en de bekende gravures van Holbein. Ze spreken een publiek memento mori uit. Denk eraan mens dat je moet sterven en leef een sober christelijk leven om de hemel te verdienen. Op de fresco’s passeren alle bekende personages: de paus. de keizer, de edelman, de koopman, de dame. De boodschap is duidelijk. Niemand ontsnapt aan de dood.
De dodendans verbeeldt een macabere visie op de dood. De dood treedt op als een ingevallen lichaam of een skelet met zeis, lans en doodskist. Hij nodigt de levende uit voor de dans maar hij is feitelijk de spiegeling van de mens die hij meeneemt. Zo rijgen de mensen met hun dode zelf, aaneen in reidansen of stoeten.
Het oudste dodendansfresco uit Parijs is in de 17e eeuw verdwenen maar in La Chaise-Dieu, in de Auvergne, is nog een vergelijkbare versie uit ongeveer 1470 te zien.

IMG_3611.jpeg

IMG_3602

IMG_3601

IMG_3599
La Chaise-Dieu, lang geleden op een vroege zondagochtend in mei.
Ik loop als bezeten te kijken naar de dodendans in de Benedictijner kloosterkerk.
De halfvoltooide dodendans op drie panelen omvat drieëntwintig personages uit de middeleeuwse maatschappij. Ieder van hen wordt voor de dans, de dood, uitgenodigd door een gestileerd skelet. Volgens gereconstrueerde tekst spreekt eerst de dood en antwoordt de levende. De dood neemt precies dat waar de mens het meeste aan hangt: macht, geld, schoonheid, minnarij, genot. 
In La Chaise-Dieu ziet de dood er niet afzichtelijk uit en hij loopt niet met zeis of piek of lans te zwaaien. Hij schijnt ook niet gewelddadig op te treden; hij heeft immers het onomkeerbare gelijk op zak.
Maar deze dood kent evenmin erbarmen. Behalve voor het kind dat hij naar de dood voert. Daar wendt de dood zijn gezicht af, met schaamte of compassie want het kind is bang voor hem. ‘Wees niet bang’, zegt de dood, ’want ik heb goed nieuws’. Ja, hij heeft goed nieuws: het kind hoeft niet te lijden in een aards leven, het vaart, als gedoopte, rechtstreeks naar het eeuwige geluk.

IMG_3622

Dit glimpje van troost verzacht even de harde visie op de dood. Want hard is die visie. Huizinga beschrijft het in zijn beroemde ‘Herfsttij der Middeleeuwen’. De doodsverbeelding in die van dood doordrenkte veertiende en vijftiende eeuw drukt alleen de kerkelijke gedachte uit: ‘de klacht om het einde en de jubel om de geredde ziel voor de zaligheid’.
In die gedachte is geen plaats voor menselijke gevoelens die de eigen dood en de dood van geliefden oproept. Die orthodoxe genadeloosheid ziet niet de weemoed om het voorbije, de pijn om het onvervulde, de spijt over fouten, het verdriet om wie men achterlaat, het gemis van wie men verliest, maar ook niet de mooie herinnering, de vervulde taak, de berusting, de rust na het lijden.

De moderne mens kijkt gemengde gevoelens naar de dood. Hij kijkt als mens. Daarom is ieder Memento mori confronterend. Wie zal hem dat nadragen? Misschien alleen zij die de ene mens als dor hout willen kappen voor de levensruimte van de ander?


2 reacties on “Memento mori”

  1. Appelvrouw schreef:

    Dat heb je goed onderbouwt.

    Like

  2. reinjohn schreef:

    Uiteindelijk komt het allemaal neer op een te ver doorgeschoten hebzucht. Hebzucht die van mensen soms redeloze en radeloze dieren maakt.

    Like


Plaats een reactie